Hoe pas ik het beste kalkmeststoffen toe?
Kalkmeststoffen zijn uitermate geschikt om de pH (zuurgraad) van de grond te verhogen. Op grondsoorten die van nature geen kalkbuffer bevatten, zoals zandgronden en oude zeekleigronden, zal de pH elk jaar dalen. In de praktijk zien we dat een gedeelte van deze percelen een te lage pH hebben. Dit komt onder andere door zuuruitscheiding van plantenwortels, zure meststoffen, en neerslag. Het najaar is het ideale moment om de pH op niveau te brengen, omdat kalk tijd nodig heeft om in te werken. Maar hoe worden kalkmeststoffen het best toegepast?

Werking van kalk
De snelheid waarmee een kalkmeststof tot werking komt, wordt bepaald door de fijnheid van de meststof. Zo heeft fijne kalk een hogere werkingssnelheid. Ook het vochtgehalte van de kalk is van invloed op de werking: hoe droger de kalk, hoe sneller de werking. Daarnaast kunnen we ook stellen dat we een snellere werking zien als het magnesiumgehalte van de meststof laag is. Tot slot speelt de herkomst van de kalk een belangrijke rol.
Juiste keuze
Afhankelijk van het tijdstip, waarop de bekalking wordt uitgevoerd, dient de juiste keuze gemaakt te worden tussen fijne of minder fijne kalk. Bij een voorjaarsbekalking is een fijne kalk met weinig of geen magnesium het meest geschikt. Bij een najaarsbekalking is het gebruik van minder fijne, magnesiumhoudende kalk goed. Pas echter op met hoge magnesiumgiften, hierdoor kan kali en calcium van het CEC worden verdrongen.
Bekalken en bemesten
Als je gaat bekalken is het belangrijk om erop te letten dat de kalkgift niet te dicht op de bemesting wordt gegeven. De kalk kan in de bodem anders gaan reageren met de mest met als gevolg dat het effect van bekalken minder is. Houd daarom minimaal vier tot 6 weken aan tussen bekalken (als eerste) en bemesten (als tweede). Anders is het zonde van de kalk.
Kalk versus gips
Vaak worden kalk en gips met elkaar verward. Kalk verhoogt de pH-waarde, terwijl gips dat niet doet. Gips verhoogt het calciumgetal van de bodem en het gebruik van gips leidt (met name op kleigronden) tot een betere bodemstructuur.